Biografie van Cor Lemaire

Cornelis Johannes Lemaire (Amsterdam, 11 juni 1908 – aldaar, 16 juni 1981) was een Nederlands pianist, componist en dirigent. Hij is vooral bekend geworden door zijn samenwerking met Wim Kan en Annie M.G. Schmidt.

Jonge jaren

Cor Lemaire zag het levenslicht op 11 juni 1908 in Amsterdam. Hij kwam uit een artiestenmilieu. Zijn vader was de acteur Johannes Joseph Petrus (Jan) Lemaire en zijn moeder de actrice Johanna Cornelia (Anna) Anken. Ook zijn broer Jan was verbonden aan het volkstheater .
Op 12jarige leeftijd ging hij studeren aan de hoofdstedelijke muziekschool aan de Keizersgracht te Amsterdam waar ook het conservatorium was gevestigd. Vanaf zijn vijftiende aan het conservatorium met als bijvak cello. Julius Röntgen, Schulz, Henriëtte Bosmans en Sem Dresden speelden een belangrijke rol in zijn opleiding aldaar. Vooral Sem Dresden en wel om de volgende reden:
Omdat tijdens zijn studie het geld niet voor het oprapen lag en er thuis niet veel verdiend werd moest er worden geschnabbeld hetgeen aan studenten slechts oogluikend werd toegestaan. Het ging fout op het moment dat zijn naam, samen met een andere leerling, te weten Anton Krelage,op een affiche verscheen m.b.t. een uitvoering van “Le Boeuf sur le toit”, een ballet van Darius Milhaud. Na een schorsing van 14 dagen kwam de directeur Sem Dresden op Cor Lemaire af met de vraag: “Zeg, kun jij ergens dansmuziek spelen voor een rijksdaalder per uur?” Voorwaar een carte blanche!
Misschien is hier wel de kiem gelegd voor de artistieke ontwikkeling van Cor! Achteraf gezien ,want tijdens zijn studie wilde hij beslist concertpianist worden. Hij deed eindexamen met als hoofdvak natuurlijk piano. Voor dat onderdeel kreeg hij een 3½+  waarbij aangetekend dat 4 het hoogst te behalen cijfer was. Van tevoren is hem gevraagd of hij door wilde gaan voor de “Prix d ‘excellence” waarop hij nee heeft gezegd. Was het ja geweest had men hem hoogstwaarschijnlijk een 4 gegeven! Waarom nee, dat antwoord is ons niet bekend, het heeft hem in ieder geval niet belemmerd een briljante carrière als musicus in de cabaret-wereld te hebben.

Studie en praktijk

Op 25jarige leeftijd had Cor er al 10 jaar praktijk opzitten, bijzonder veel op zo’n leeftijd. Het was natuurlijk een roerige tijd waarin vreemde dingen gebeurden. Zo moest Cor avonds spelen bij Heintje en Hakkie Davids in het Flora theater terwijl hij overdag op het conservatorium pianosonates aan het studeren was.
Na 10 jaar praktijk opdoen krijgt Cor te horen, “Haast je, Louis Davids zoekt je”, Louis Davids was in die tijd een beroemd cabaretier. Cor begeleidde hem aan de vleugel in het Kurhaus in Scheveningen. Davids liet Cor, naast ander repertoire, ook liedjes voor hem componeren zoals het liedje “Hollywood”. Toch had Cor daarvoor ook al gecomponeerd zoals de muziek bij de korte Nederlandse film van Max de Haas “De ballade van de hoge hoed” en bij Herman Bouber, “Nathan heeft mazzel”, spel met zang en dans. Dit laatste staat geboekt als zijn eerste compositie, het leverde hem 10 gulden op, er zouden er nog velen volgen. Zes jaar lang werkte hij in de winter als begeleider bij het befaamde cabaret van Rudolf Nelson en ’s zomers bij Davids.

Huwelijk en oorlog

Inmiddels getrouwd in 1933 met Cornelia Clara Catharina van Meel cabaretière (artiestennaam Lya Sten) wordt Cor, na het overlijden van Louis David in 1939, door Wim Kan uitgenodigd voor een tournee met zijn ABC-cabaret door toenmalig Nederlands Indië, dit op uitnodiging van de bond van Nederlands-Indische Kunstkringen. De Tweede wereldoorlog heeft er voor gezorgd dat dat “tournee“ precies 2279 dagen duurde. Pas in 1946 zette Cor weer voet op Nederlandse bodem.
De Japanse internering heeft een zware tol geëist , met name op zijn gezondheid. Na zijn herstel wordt de samenwerking met Kan voortgezet tot 1952 in 6 programma’s waarvoor hij alle composities schreef. “Ik lig zo vaak te denken” is daar een van zijn bekendste van. Inmiddels in 1947 gescheiden treedt Cor in 1948 opnieuw in het huwelijk met Margaretha Elisabeth Panman(Iris Man was haar artiestennaam),die hij bij Wim kan en Corry Vonk had leren kennen en waarmee hij op toneel quatre-mains placht te spelen. Uit dit huwelijk werden 2 kinderen geboren een dochter en een zoon.

Verschillende radioprogramma's

In 1952 start Cor, samen met Hetty Blok en Cruys Voorberg “Cabaret Arabesque”, een hoogstaand programma, drie weken uitverkocht in de Kleine Komedie. In zijn “cabaretbijbel” zegt Wim Ibo dat voor dit trio de benaming “de grote drie” in de kleinkunst voor het eerst is gebruikt. Later sloeg deze benaming op Kan, Hermans en Sonneveld. Door interne spanningen heeft deze samenwerking helaas slechts 2 producties voort gebracht.
Tussen de bedrijven door kreeg hij het steeds drukker met radiowerk onder andere het programma van Wim Ibo “Triangel” met Ton van Duinhoven en Conny Stuart.
Inmiddels heeft ook “De familie Doorsnee” zijn intrede gedaan, een enorm populair radioprogramma, de straten waren uitgestorven als het op de radio te horen was. Cor Lemaire heeft daar in zes jaar tijd meer dan 150 liedjes voor geschreven die hij in de uitzending begeleidt op de piano. De bekendste zijn “In Holland staat een huis” en “Ali Cyaankali”. Na Doorsnee volgt “Pension Hommeles”, een televisieprogramma, tekst Annie M.G. Schmidt en muziek Cor Lemaire. Voor dit programma schreef Cor wel 5 tot 6 liedjes per keer, repetitietijd twaalf dagen. Later zou hij zeggen dat serie-schrijven gevaarlijk is. ,,De druk om binnen een kort tijdsbestek te moeten componeren kan tot vervlakking lijden” . Toch heeft “Pension Hommeles“ een van zijn bekendste composities voortgebracht te weten “Ik zou je in een doosje willen doen“. Tot op de dag van vandaag nog regelmatig te horen. Cor heeft bijzonder veel teksten van Schmidt van muziek voorzien. Zelf zei hij daarover ; “ze vloeien zo uit mijn pen, Annie is muzikaal, heerlijk om voor te schrijven”.

Acteerwerk

In 1959 is Cor Lemaire gestart met zijn, “Proefcursus in Cabaret’’ wat in het begin plaatsvond in het Minervapaviljoen te Amsterdam. De overweldigende belangstelling die daarvoor losbarstte heeft hem verbaasd, verheugd en gemotiveerd deze cursus uit te breiden. Later was Cor medeoprichter van de “Amsterdamse Kleinkunstacademie”.
In 1960 stond hij voor het eerst in de schoenen van zijn vader, hij speelde de hoofdrol in het televisiespel “De Barpianist”, van Ted Allen. Nu kende Cor het metier van de barpianist wel,hij heeft meer dan eens in bars gespeeld! Niet alleen in het televisiespel ,“De Barpianist”, vervulde Lemaire deze rol, ook is hij nog te zien geweest in dezelfde hoedanigheid in, “Zout is de Zeewind” een musical van Cor Mulder, vervaardigd in 1965.
In 1962 componeerde Cor de muziek voor de speelfilm “Kermis in de Regen” waarin acteerden o.a. Co van Dijk, Andre van den Heuvel en Kees Brusse waarbij Kees Brusse ook de regie had. De compositie, “De Kermis Blues’’ verklankt overtuigend de broeierige sfeer van de film.

Ridder in de Orde van Oranje Nassau

In de jaren 60 is Cor ook een samenwerking begonnen met Caroline Kaart wat heeft geresulteerd in een aantal televisieoptredens alsmede het vervaardigen van een langspeelplaat (“Een liedje met Caroline”). Hier horen wij Cor op een meer klassieke wijze piano spelen. Het conservatorium heeft zijn diensten bewezen!
Tussendoor weet Cor Lemaire ook nog een boek over cabaret samen te stellen “De Muze met de scherpe tong”. (± 1963).In dit boek vertelt Cor Lemaire wat cabaret is en over het componeren van cabaretliedjes, neemt Ernst van Altena de werkzaamheden van de tekstschrijver en dichter onder de loep, bespreekt Martie Verdenius het schrijven en brengen van cabaretteksten voor radio en televisie en put Jules de Corte uit zijn persoonlijke ervaringen.
Cor heeft veel voor het theater gedaan, zo schreef hij de muziek bij ,“een Midzomernachtsdroom” was muzikaal leider van de musical “Ja, ik wil (I do,I do)” en was repetitor en adviseur bij “Anatevka(Fiddler on the Roof)” en “De man van La Mancha”. Ook schreef hij de muziek voor “Pinocchio’’, een ballet voor het Scapino-ballet.
Lemaire heeft uiteindelijk meer dan 1000 liedjes gemaakt, daar waren hele mooi bij. Hij heeft teksten van Wienert, Tucholsky, Kästner en Ernst Busch van muziek voorzien. In 1968 viert Cor Lemaire zijn 50 jarig jubileum en zijn 65e verjaardag. Voor die gelegenheid wordt hij door de toenmalige wethouder Han Lammers geridderd in de Orde van Oranje Nassau. Ook wordt hem door Gerrit den Braber, baas van Phonogram,een gloednieuwe langspeelplaat aangeboden met de titel “Meesterlijke melodieën van Cor Lemaire”.

Zijn laatste levensjaren

In zijn latere jaren leefde Cor Lemaire een relatief teruggetrokken bestaan. Dit kwam vooral doordat hij niet veel moest hebben van de nieuwe muziek in de jaren 60. Zelf zegt hij daarover “Ik vind dat we, wat mijn vak betreft, kwalitatief erg achteruit gaan. Weinig originaliteit, weinig spankracht, eindeloze herhalingen van motieven, kortom een beetje armoede. Ik ben niet zo zeker van mijn zaak, misschien komt er iets terug waar ik bij pas. Maar ,er komt niet zo vaak iets terug. Misschien is deze tijd (rond 1969) het einde van de tijd waarbij ik heb gehoord.”
Zijn laatste theateroptreden is in 1975 als begeleider bij het nostalgische programma “Onder de bomen van het plein” in Cabaret Tingel Tangel.
Ook al was Cor Lemaire ,zoals hij zelf aangaf, niet zo zeker van zijn zaak, zijn muziek is nog steeds levend en voor altijd gevestigd is het Nederlands muzikaal landschap.
Cor Lemaire is op 73 jarige leeftijd op 16 juni 1981 te Amsterdam overleden.